vrijdag 5 juli 2013

feedback les Linda en Lisa, door Mattie de Pater, Lenja Kompeer en Linda Kerpel

Feedback door Mattie de Pater, Lenja Kompeer en Linda Kerpel.

1. Wordt er rekening gehouden met de belevingswereld van het kind.
Deze opdracht houdt goed rekening met de belevingswereld van de kinderen. Elk kind heeft wel familie en daarom is het voor alle leerlingen herkenbaar. Vaak zien kinderen hun familie ook vaak, dus daarom is dit aansprekend voor hen.

2. Is de inleiding motiverend voor de leerlingen.
De juf laat als inleiding foto’s en filmpjes zien van haar gezin. Dit is voor veel kinderen waarschijnlijk herkenbaar en zal motiverend werken. De juf zal er verhalen bij vertellen en dit is vaak herkenbaar voor de kinderen.

3. De opdracht: is er sprake van een duidelijk beeldend probleem?
De juf wilt met deze opdracht dat de kinderen met boetseerklei hun eigen gezin gaan namaken. De juf weet niet hoe alle gezinsleden eruit zien en daarom zullen de kinderen erg goed hun best moeten doen om de mensen goed te laten lijken. Er is dus sprake van een duidelijk beeldend probleem.

4. Worden de leerlingen door de les opzet gestimuleerd tot eigen vormgeving?
Alle kinderen kunnen hun eigen ideeën er mooi in verwerken. Zij kunnen goed in hun beeldjes hun eigen kijk op hun familieleden verwerken. Verder mogen zij verschillende boetseertechnieken gebruiken, zij mogen zelf kiezen welke dat is.

5. Is het beeldmateriaal adequaat gekozen?
Er is duidelijk met een reden voor boetseerklei gekozen, hier kunnen de kinderen namelijk goed mee kleien en kunnen goed details worden nagemaakt.

6. Straalt het gekozen beeldmateriaal de huidige tijd uit?
Het gekozen beeldmateriaal straalt de huidige tijd uit omdat er recente foto’s van een gezin gebruikt worden. Je kunt aan de kleding en kwaliteit van de foto’s zien dat dit echt uit de huidige tijd is.

7. Geef een aantal verbeter punten / aanvullende suggesties.
Een verbeterpunt is om deze les te verspreiden over verschillende lessen. Om in één les de techniek uit te leggen en daarbij te oefenen en dan ook al 2 beeldjes te maken is misschien een hoge verwachting. Daarnaast is niet heel duidelijke aangegeven hoe groot de beeldjes moeten worden.

8. Wat is het sterkste onderdeel van de les, en waarom.

Heel goed dat er ruimte wordt gegeven aan de leerlingen om hun eigen beeldje te laten zien aan de andere kinderen en erbij te vertellen wat ze gemaakt hebben. Kinderen vinden het altijd leuk om aan anderen te laten zien wat ze gemaakt hebben en daarbij is dit een goed moment op kinderen in het zonnetje te zetten.  Verder is het ook een moment van reflectie op hun eigen werk, waarom hebben ze eigenlijk dat beeldje zo gemaakt? 

lesfasenmodel les beeldende vorming (Lisa Hertog)

Foto’s modellen
http://www.manners.nl/wp-content/uploads/2012/09/groomingmain2-609x250.jpghttp://images0.tcdn.nl/uitwinkelen/article21218136.ece/BINARY/q/b.jpghttp://lobuscogratis.com/images/joomgallery/originals/chicas_31/tyra_banks_34/tyra_banks_20111008_1254739015.jpghttp://www.beautynewz.nl/img/artikelen/hoofd/foto_15595_foto-doutzen-kroes-deelt-foto-van-zichzelf-zonder-make-up.jpghttp://oud.girlscene.nl/images/library/articles/images01/girlscene/htyjty.jpg





http://farm5.static.flickr.com/4017/4274143636_ffdc6cdb7b.jpg










































































Vragen  bij de foto’s van de modellen.
Wat valt je het eerst op als je naar deze foto kijkt? En waarom?
Heb je zo’n soort foto wel eens eerder gezien? Zo ja, waar en wanneer?
Wat zou het doel van de fotograaf zijn geweest met deze foto?
Welke kleur overheerst in de foto?
Is er sprake van een kleurcontrast? Zo ja, kan je het aanwijzen?
Wat is het belangrijkste punt in de foto? Hoe kan je dit zien?
Waarom heeft het model deze houding, denk je?
Hoe heeft de fotograaf dit punt extra naar voren laten komen? (Wat voor soort techniek)
Als jij de fotograaf was geweest en je had deze foto gemaakt, wat had je dan anders gedaan?
Stel dat de foto in plaats van zwart-wit in kleur zou zijn, wat voor effect zou dat op de foto hebben?








Lesfasenmodel  voor college 5: Fotomodellen in groep 8
Voorbereiding
Context
BelevingswereldIn groep 8 zijn kinderen heel erg bewust met hun uiterlijk bezig en omdat er van alles aan en in hun lichaam verandert worden, vooral de meiden, onzeker over hun lichaam en hoe ze eruit zien. De meisjes gaan ook voor het eerst gebruik maken van make-up en de jongens gaan steeds meer voor zichzelf bedenken wat ze mooi vinden aan een meisje en wat niet. Ik denk dat je beeldende vorming heel goed in combinatie met dit thema kan gebruiken, omdat je de discussie aan kan gaan met de kinderen: Wat is schoonheid? En waarom vinden we een dun iemand mooi en een dik iemand minder mooi? Waarom is een meisje met een gladde huid mooier dan een meisje met puistjes, in onze ogen? Enzovoorts. Omdat dit heel erg gaat spelen in groep 8, mede doordat ‘schoonheid’ een groot issue is in onze maatschappij, sluit het aan bij de belevingswereld. Ik wil de kinderen ervan bewust maken dat de foto’s die ze zien op tv en reclameborden 9 van de 10 keer extreem bewerkt zijn om de positieve (gezichts)aspecten beter te belichten.  Ik wil de kinderen laten zien dat je met foto’s ook laten zien dat je met foto’s bewerken ook een gevoel uitstraalt, iets wat in je karakter zit wordt extra belicht.
Basisplan
Opdracht en randvoorwaarden
De dag van tevoren vraag ik welke kinderen er allemaal een fototoestel kunnen meenemen van thuis. De rest regel ik.
De opdracht luidt:
1)      Maak tweetallen.
2)      Bedenk voor jezelf een positief kenmerkend aspect dat je extra wilt belichten in de foto. Dit mag zowel uiterlijk als innerlijk zijn.
3)      Bedenk hoe jouw foto eruit moet komen te zien: hoe komt jouw aspect zo goed mogenlijk naar voren. Denk hierbij na over je houding, de compositie van de foto, de achtergrond en omgeving waar je de foto maakt.
4)      Maak meerdere foto’s van elkaar, in de posities en op de plekken die jullie zelf hebben bedacht.
5)      Vergelijk de foto’s en kies degene waarbij jouw kenmerkende aspect het meest naar voren komt uit.
6)      Zet je foto op de computer.
7)      Zet je foto in het fotoshop programma.
8)      Bewerk je foto op zo’n manier dat jouw kenmerkende aspect het best belicht wordt. Hoe je dat precies doet, is jouw eigen inbreng.
9)      Klaar? Kijk na of je niets vergeten bent.
10)  Niets vergeten? Print je foto uit en lever hem in bij de juf.
Een goede samenwerking is van groot belang. Als het in een tweetal niet goed verloopt grijp ik in.
Doelen
Beeldend doel:Het doel is dat ieder kind een positief aspect van zichzelf  (qua uiterlijk/innerlijk/uitstraling) extra naar voren laat komen in een in fotoshop bewerkte foto. De kinderen mogen zelf de bewerkingen bepalen.
Technisch doel:Bij het maken van de foto leren de kinderen hoe ze een compositie moeten maken. Voor het extra belichten van de positieve aspecten is dit namelijk van wezenlijk belang. Door het maken van meerdere foto’s kunnen de kinderen de foto’s vergelijken en de, voor de opdrachte beste, foto eruit kiezen. Bij het bewerken van de foto’s leren kinderen hoe ze kunnen werken met scherpte, kleur, helderheid, contrast, verschuiven van de horizon en zovoorts en hoe ze daarmee de foto kunnen manipuleren.
Receptie
/Oriëntatie
Introduceren
BeeldcultuurIk introduceer het onderwerp met een filmpje over het bewerken van foto’s en welk beeld wij westerse mensen hebben van schoonheid.
Hierna voer ik een klein gesprekje met de kinderen over wat ze net gezien hebben en wat ze daarvan vinden. Vervolgens laat ik de foto’s van modellen zien van voor en na het bewerken en stel ik de kinderen de vragen van de vragenlijst. Ik wijs de kinderen erop dat deze foto’s allemaal bewerkt zijn en dat de modellen veel make-up dragen voor de foto’s.  
BeeldaspectenIn de foto moeten minimaal drie duidelijke bewerkingen zichtbaar zijn, de kinderen mogen zelf bepalen welke. (bijvoorbeeld van kleur naar zwart wit, overbelicht, extra contrast, enzovoorts)

OntwikkelingsfasenOmdat er in deze opdracht gewerkt wordt met fotoshop hebben alle kinderen in principe evenveel kans om er iets ‘moois’ van te maken. De kinderen zullen echter verschillen in de handigheid waarmee ze met dit programma om kunnen gaan. Daarbij is het voor sommige kinderen heel spannend om te poseren voor een camera, ze durven zichzelf niet zo te geven. Bij deze leerlingen zal ik er extra op letten dat ze de fases  goed doormaken en of er ontwikkeling plaatsvindt.

Informeren
BeeldbeschouwenIk zal tijdens de les rondlopen en kijken hoe het gaat bij het fotograferen. Ik help de kinderen bij het vinden van de juiste compositie/houding waarmee ze het best hun aspect kunnen uitbeelden. Dit doe ik door middel van het stellen van vragen, zodat de kinderen zelf nadenken in plaats van dat ik hun opdracht aan het maken ben.

Instrueren
Beeldend Probleem
Ik wil dat jullie in tweetallen te werk gaan, zodat jullie elkaar kunnen fotograferen. Let daarbij goed op het aspect dat je wilt vergroten/extra belichten! Help elkaar daarbij! Daarna ga je allebei apart aan de slag op een computer om je foto te bewerken. Als je klaar bent, controleer je de eisen van de opdracht. Heb je aan alles voldaan? Dan print je de foto uit en lever je hem in bij mij.


Beoordelen
Beoordelingscriteria:


onvoldoende
voldoende
goed
score
Verzorging van de opdracht.

max. 2 punten
 0,5 punt

Het eindresultaat voldoet niet aan de eisen van de opdracht en ziet er afgeraffeld uit.
1 punt

Het eindresultaat voldoet aan de minimale eisen van de opdracht en ziet er redelijk verzorgd uit.
2 punten

Het eindresultaat voldoet precies aan de eisen van de opdracht en ziet er keurig verzorgd uit.

Originaliteit


max. 2 punt
0,5 punten

Het eindresultaat lijkt erg op dat van anderen.
1 punt

Het eindresultaat heeft deels iets eigens van de maker in zich.
2 punten

Het eindresultaat bevat specifieke  elementen  die (bijna) niemand anders op die manier heeft toegepast.

Gebruik van ten minste 3 opvallende bewerkingen.

max. 3 punten
1 punt

Gebruik gemaakt van 2 of minder bewerkingen.
2 punten

Gebruik gemaakt van 3 verschillende bewerkingen.
3 punten

Gebruik gemaakt van meer dan 3 verschillende bewerkingen.

Uitlichten van één specifiek aspect van het karakter (inclusief uitleg waarom precies dat aspect van de foto)

max. 3 punten
1 punt

Zwak aanwezig en bijbehorende uitleg is onvoldoende.
2 punten

Matig aanwezig, en de bijbehorende uitleg is voldoende.
3 punten

Sterk aanwezig en de bijbehorende uitleg is ruim voldoende.

Beeldaspecten format schilderij (Lisa Hertog)

FORMAT  BEELDASPECT    ACPA student: Lisa Hertog, s1079311



   
Hoofdcategorie

Licht
Deelbegrip

Clair-obscure
Afbeelding













https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEj_Qi8-0aZHLc88kXC1XTlm5G_u-5S1MBkwaAz24RxEyM_CNYFlIBPBkfxrRJre9-Nl3LiKP2wvd0RnBQUKIkgSuK3IooTzGuIk0Bl1z1r9WfJa5z8iztfSJJVuUNkhA7L-hQlPf7x-Njsb/s1600/blog-Lempica.jpg
Korte
omschrijving
van het begrip



Clair-obscur is Frans voor licht-donker. We gebruiken deze uitdrukking bij het praten over beeldende kunst om aan te geven dat het contrast tussen licht en schaduw heel erg groot is.  (uit: Beeldonderwijs en didactiek, Ben Schasfoort.)
Hoe in de afbeelding




Het clair-obscure is in de afbeelding zo verwerkt dat de voorgrond heel licht is geschilderd en de achtergrond is met donkere tinten geschilderd.  Dingen die naar voren moeten komen, zoals de voeten en onderbenen zijn ook licht tegen een donkere achtergrond.
Welk effect in de afbeelding



Doordat de tegenstelling zo duidelijk is tussen het witte jurkje en de donkerblauwe achtergrond, komt het meisje in het schilderij echt naar voren en ook haar houding is extra duidelijk hierdoor (de voeten en de benen).


Titel/maker/datum:
Tamara de Lempicka   -  portret van haar dochter 1926https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEj_Qi8-0aZHLc88kXC1XTlm5G_u-5S1MBkwaAz24RxEyM_CNYFlIBPBkfxrRJre9-Nl3LiKP2wvd0RnBQUKIkgSuK3IooTzGuIk0Bl1z1r9WfJa5z8iztfSJJVuUNkhA7L-hQlPf7x-Njsb/s1600/blog-Lempica.jpg

Wat zie je/aandachtspunten?
Ik zie een meisje zittend afgebeeld, met haar benen opgetrokken. Ze heeft een wit jurkje aan, in haar ene hand houdt ze een boek vast en haar andere arm hangt langs haar lichaam. Ze heeft kort blond haar en ze kijkt naar de toeschouwer. Op de achtergrond zijn donkere kleuren in rechte vormen.
 
Betekenis van het beeld:
De kunstenaar wilde met dit beeld haar dochter uitbeelden.

Hoe is het gemaakt?
Het schilderij is geschilderd.

Tijdskenmerken (stijl):
In de schilderijen van Tamara de Lempicka zijn  kubistische invloeden te zien, haar werk is een goed voorbeeld van Art Deco schilderkunst. Ze ontwikkelde haar eigen stijl, portretteerde haar modellen gedetailleerd in elegante poses, de sfeer van de high society in de 'Roaring Twenties'. De gestileerde vormen zijn glad afgewerkt met scherpe contouren. De hoofden van haar modellen bevinden zich net buiten de bovenrand van het schilderij, ze deed dit omdat de mensen 'in- en uitlopen, bezig zijn met hun drukke leven'. De vele richtingen in haar composities dragen ook bij aan een levendige indruk. Met licht en schaduw ontstaat duidelijke plasticiteit en ze past sterke licht-donker contrasten toe.

Mijn mening over dit schilderij:

Ik vind het schilderij mooi geschilderd, vooral met de duidelijke licht-donker tegenstellingen. Doordat het meisje witte kleding aanheeft, springt ze als het ware uit het schilderij, ze trekt echt de aandacht. Zelf had ik het wel mooier gevonden als mijn moeder een levensecht schilderij had gemaakt, want nu is het lichaam heel ‘tekenfilmachtig’, naar mijn mening. 
Het gaat om het linker schilderij

dinsdag 2 juli 2013

Eigen les in lesfasenmodel (Linda)

Schilderij door Edvard Munch


1. Het schilderij is geschilderd door Edvard Munch en bracht onlangs op een veiling 120 miljoen dollar op. Het is dus een erg gewild en bekend schilderij, maar hoe heet het?
(mimetische stadia) De schreeuw.

2. Als Edvard Munch aan jou zou vragen het schilderij een naam te geven, hoe zou het schilderij dan heten? Waarom zou je het zo noemen?
(associatieve stadia)Naar eigen inzicht een goed onderbouwde andere naam bedacht.

3. De kale persoon staat op de voorgrond van het schilderij. Maar niet alleen deze persoon bepaald de sfeer van het schilderij. Wat is er op de achtergrond te zien? En wat voor een sfeer roept dat bij je op? Beargumenteer je antwoord.
(Formele stadia) Op de achtergrond is te zien dat de man op een brug staat, verderop staan nog wat andere mannen in pak. Daarnaast is de waterkant te zien, en een bootje dat op het water ligt. Sfeer die het bij je oproept kan zijn: eenzaam, somber, verdrietig, donker, duister; omdat de mannen in pak duidelijk afstand houden, het bootje kabbelt maar een beetje en de kleuren die gebruikt zijn zorgen er voor dat er een negatieve sfeer heerst.

4. Wat voor een gezichtsuitdrukking heeft de persoon op de voorgrond van het schilderij?
(interpretatieve stadia) Hij schreeuwt, is bang, angstig, geschrokken, verward.

5. Bij vraag 4 heb je een antwoord gegeven. Uit welke andere aspecten van het schilderij blijkt nog meer dat je antwoord bij vraag 4 het juiste antwoord is?
(expressieve stadia) De handen van de persoon op de voorgrond liggen op zijn hoofd, dat duidt op dat de persoon geschrokken is. Daarna zit er een kronkel in het lichaam van de persoon, dit kan ook duiden op verwarring.



Lesfasenmodel: De Schreeuw door Edvard Munch
Voorbereiding
Context
Belevingswereld
De Schreeuw past in de belevingswereld van de leerlingen omdat ze momenteel in de beginnende pubertijd zitten. Alle leerlingen ondergaan veel veranderingen, worden opstandig, onzeker, stil of juist heel luidruchtig. Allemaal rondvliegende emoties. Daarom zouden ze het naar mijn idee leuk vinden de emoties van de persoon op De Schreeuw te evalueren.
Basisplan
Opdracht en randvoorwaarden
Bij het schilderij heb ik een aantal vragen gemaakt. Het is allereerst de bedoeling dat ze deze serieus maken. Als ze daarmee klaar zijn en mijn goedkeuring hebben mogen ze aan de slag met een eigen schilderij. In dat schilderij moeten hun eigen gevoelens naar voren komen. Als een meisje altijd er vrolijk is, wil ik een vrolijk persoon op de foto zien, etc. Er is serieus gewerkt aan de uitdrukkingen van de persoon en de omgeving van de persoon straalt dezelfde emotie uit. Dit kan door gebruik van kleuren.
Doelen
Beeldend doel:
Het doel is om een persoon te schilderen met een hoofdemotie (een emotie die de leerling vaak voelt). De omgeving van de persoon straalt deze emotie ook uit.
Technisch doel:
Bij het maken van het schilderij krijgen de leerlingen pastelkrijtjes (hier is De Schreeuw o.a. ook mee gemaakt). Tijdens het schilderen wordt goed gebruik gemaakt van de mogelijkheden die pastelkrijtjes bieden (deze leg ik aan het begin van de les uit). Daarnaast wordt goed gebruik gemaakt van kleur om de emoties duidelijk te maken.
Receptie
/Oriëntatie
Introduceren
Beeldcultuur
Om het onderwerp goed te introduceren heb ik zelf ook een schilderij gemaakt van mijn emotie. Daarbij vertel ik een verhaal. Daarnaast neem ik verschillende foto’s van schilderijen die duidelijk een emotie naar voren brengen. Om het simpel te houden, hou ik het bij de vijf hoofdemoties: blij, boos, bedroefd, bang en bezorgd.
Beeldaspecten
In het schilderij moet ik duidelijk drie verschillende manieren van het gebruik van pastelkrijt terug zien. Aan het begin van de les zal ik verschillende manieren aan bod laten komen.

Ontwikkelingsfasen
Natuurlijk zijn er leerlingen die niet goed zijn in schilderen of beeldende vorming. Daarom zal ik tijdens deze les letten op deze specificaties van de leerlijn:
- leerlingen hebben begrip van schaduw, silhouet, licht, perspectieven, ruimte (overlapping etc.), lijnpatronen, uit vrije hand tekenen, vormen kunnen emotionele lading hebben, kleur maakt sfeer, gebruik contrasten.

Informeren
Beeldbeschouwen
Tijdens de les zal ik de leerlingen (vooral aan de hand van de vragen) leren kijken naar schilderijen. De leerlingen het schilderij leren te beoordelen en er een mening over te vormen.

Instrueren
Beeldend Probleem
Ik zou graag willen kunnen zien op de schilderijen hoe jullie je voelen. Door alleen de schilderijen te zien, en niet jullie gezichten.


Beoordelen
Beoordelingscriteria:

onvoldoende
voldoende
goed
score
Serieus aan gewerkt/goed verzorgd

max. 2 punten
 0,5 punt

Heeft het werk afgeraffeld.
1 punt

Heeft het minimale gedaan.
2 punten

Heeft goed zijn best gedaan, ziet er netjes uit.

Originaliteit


max. 2 punt
0,5 punten

Lijkt erg op dat van anderen.
1 punt

Matig aanwezig
2 punten

Heeft iets unieks gemaakt.

3 manieren gebruik van pastelkrijt

max. 3 punten
1 punt

Gebruik gemaakt van 1 manier.
2 punten

Gebruik gemaakt van 2 verschillende manieren.
3 punten

Gebruik gemaakt van 3 verschillende manieren.

Visualisering
van emotie

max. 3 punten
1 punt

Zwak aanwezig
2 punten

Matig aanwezig
3 punten

Sterk aanwezig